IV. Samenstelling college van Gedeputeerde Staten
De samenstelling van het college (inclusief bijbehorende portefeuille) is als volgt:
Naam | Portefeuille |
---|---|
Dhr. A.J. (Arjen) Gerritsen Commissaris van de Koning | Voorzitter Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten en lid van de Kring van commissarissen van de Koning met in portefeuille: Rijkstaken, Burgemeesterszaken, Aangelegenheden Koninklijk Huis, Koninklijke onderscheidingen en predicaten, Integriteit, Bemiddelingsverzoeken, Bezwaar en beroep, Openbare orde en veiligheid, Ondermijning, Veiligheid/Crisisbeheersing, Veiligheidsregio Flevoland, Archiefinspectie, Lobby & Communicatie en P&O. |
Dhr. J. (Jan) de Reus | Gedeputeerde met in portefeuille: Ruimtelijke Ordening (Inpassing nieuwe ontwikkelingen / coördinatie Rol in de Ruimte, Wonen, Landschap, Verhaal van Flevoland (landschapsvisie)) , Omgevingsvisie (Omgevingswet, Ruimte voor initiatief, Opgavegericht werken), Mobiliteit en OV (Openbaar vervoer, inclusief spoor, Verkeersveiligheid, IJsseldelta Zuid, Smart mobility, Mobiliteits & Infrastructuur Test Centrum (MITC)), Fonds Verstedelijking Almere (Programmalijn 5: Vernieuwend Wonen), IPO Bestuurlijke adviescommissies: Ruimte en Leefomgeving, Infrastructuur en Bereikbaarheid. |
Dhr. J. (Jan) Klopman | Gedeputeerde met in portefeuille: Landbouw (Agrofood en Landbouw meerdere smaken), Visserij, Maritieme strategie (Flevokust haven en Kornwerderzand), Flevolands Programma Landelijk gebied (FPLG), Coördinerend portefeuillehouder Stikstof, Vitaal Platteland (Fonds vitaal Platteland), Lelystad Airport incl. OMALA, Coördinatie regio Zwolle, Coördinatie regio EHZ, ICT en digitale zaken en IPO Bestuurlijke adviescommissie Landelijk Gebied, Hulpstructuur NPLG. |
Dhr. C.A. (Chris) Jansen | Gedeputeerde met in portefeuille: Economie (Ruimtelijk-economisch beleid, Topsectoren en mkb, werklocaties, Horizon, Lelystad Airport Businesspark, OMALA, EFRO en Interreg), Human Capital Agenda (Hoger onderwijs), Almere 2.0 (RRAAM, Schaalsprong Almere, Handelingsperspectief Almere), Fonds Verstedelijking Almere (Coördinerend portefeuillehouder, Programmalijn 1: Hart van de Stad, Programmalijn 2: Leer- en werkomgeving, Programmalijn 3: Circulaire economie en energie) Lelystad next level, Algemene Vergadering Metropoolregio Amsterdam en IPO Bestuurlijke adviescommissie Economie en Cultuur. |
Dhr. H.J. (Harold) Hofstra | Gedeputeerde met in portefeuille: Natuur (Nationaal Park Nieuw Land, Natuurbeheer (inclusief Natura 2000), Natuurontwikkeling Oostvaardersoevers, afronding Programma Nieuwe Natuur) Gemeenschappelijk landbouwbeleid en Plattelandsontwikkeling (POP3), Financiën (Financieel toezicht gemeenten, Deelnemingen, Rijksvastgoedbedrijf (RVB)), Sport, Recreatie, Toerisme & gebiedspromotie (Verhaal van Flevoland (gebiedspromotie)), Coördinatie duurzaamheid, Energietransitie (Energiebesparing, Warmtetransitie, Windenergie, Zonne-energie (inclusief op land)), Energie Expertisecentrum Flevoland (EEF) • Fonds Verstedelijking Almere (Programmalijn 6: Groen en waterrijke identiteit), IPO bestuurlijke adviescommissies: Klimaat & Energie, Landelijk Gebied, Financiën en Openbaar Bestuur. |
Dhr. J.N. (Sjaak) Simonse | Gedeputeerde met in portefeuille: Bodem & Water (Drinkwaterbescherming, Kaderrichtlijn Water, Kaderstelling Waterschap, Markermeer-IJmeer, en Bestuurlijk platform IJsselmeergebied, Actieplan bodem en water, IBT Waterschap Zuiderzeeland), Vitale samenleving (Gezondheid en zorg, Fonds krachtige samenleving), Kwaliteit openbaar bestuur (Bestuurlijke zaken, Bestuur Interprovinciaal Overleg (IPO), Coördinatie interbestuurlijk toezicht, Participatie en Portefeuillehouder Bestuurlijke Contact Groep ‘Samen maken we Flevoland’), Klimaat (Coördinatie klimaatakkoord en Klimaat adaptatie Flevoland (KAF)), Afvalzorg, Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland, Bestuurlijk adviescommissie milieu, toezicht en handhaving, Bestuurlijke adviescommissie kwaliteit openbaar bestuur en IPO bestuurlijke adviescommissies: Ruimte en Leefomgeving, Klimaat & Energie, Financiën en Openbaar Bestuur. |
Dhr. J. (Jurie) van den Berg | Gedeputeerde met in portefeuille: Infrastructuur, Kunst en cultuur (Musea, Landschapskunst en Verhaal van Flevoland (cultuur)), Europa (Comité van de Regio’s, Vertegenwoordiger EU-netwerken Huis Nederlandse provincies en |
Dhr. D.J. (Hans) Tijl | Provinciesecretaris/algemeen directeur |
Gedeputeerde Staten van Flevoland verrichten naast hun bestuurlijke functie een aantal nevenfuncties. Zie voor een volledig overzicht: www.flevoland.nl
V. Leeswijzer
Doelstelling programmabegroting
De programmabegroting is een belangrijk instrument voor Provinciale Staten (PS). Hierin worden de keuzes vastgelegd voor de inzet van de financiële middelen die de provincie ter beschikking staan. Deze keuzes worden op grond van het budgetrecht door PS gemaakt. De keuzes houden verband met de doelstellingen en activiteiten van de provincie. De programmabegroting is daarmee een belangrijk instrument om inhoud te geven aan de kaderstellende rol van PS.
Plaats programmabegroting in de planning en control cyclus
In de programmabegroting wordt vastgelegd wat de provincie wil bereiken, wat daarvoor wordt gedaan en welke financiële middelen daarvoor beschikbaar worden gesteld. Dit document wordt door PS vastgesteld. In de productenraming , die door GS wordt vastgesteld, is een nadere detaillering van de geraamde budgetten opgenomen.
Tussentijds kunnen plannen worden bijgesteld aan actuele ontwikkelingen. Dat kan als onderdeel van de reguliere planning en control cyclus gebeuren via de perspectiefnota (PN) en de zomernota (ZN) , maar ook incidenteel op basis van door PS en GS genomen besluiten. Deze bijstellingen krijgen hun financieel beslag via begrotingswijzigingen die door PS worden vastgesteld (of in mandaat door GS, conform de financiële verordening). In 2023 is geen perspectiefnota opgesteld. Structurele mutaties vanuit het Coalitieakkoord 2023-2027 zijn verwerkt voor zover deze voldoende concreet zijn (zie tabel 1.11 in onderdeel IV van deze begroting). De overige mutaties, en ook de incidentele mutaties uit het coalitieakkoord, zijn vooralsnog uitsluitend geoormerkt
In de jaarstukken wordt eindverantwoording afgelegd over de uitvoering van de ambities, zoals verwoord in de programmabegroting en eventueel bijgesteld bij de perspectief- en zomernota of separate voorstellen. Er wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en er wordt verantwoording afgelegd over daarvoor uitgevoerde activiteiten en de inzet van financiële middelen. Dit document vormt de basis voor de controlerende rol van PS.
Structuur programmabegroting
De structuur van de programmabegroting wordt bepaald door wettelijke en niet-wettelijke vormeisen.
Wettelijke vormeisen: het BBV
Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) bevat vormeisen voor de programmabegroting. Deze dient de volgende onderdelen te bevatten:
- het programmaplan , waarin per beleidsprogramma expliciet wordt ingegaan op de beoogde maatschappelijke effecten en de wijze waarop zal worden getracht deze te verwezenlijken en de betrokkenheid van de verbonden partijen hierbij. Het geheel wordt gecompleteerd met de raming van de baten en lasten. Een programma is een samenhangend geheel van activiteiten om de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken. Tevens zijn in het programmaplan de verplicht voorgeschreven BBV-beleidsindicatoren opgenomen;
- de paragrafen , bedoeld als nadere toelichting op onderwerpen die van wezenlijk belang zijn voor het inzicht in de financiële positie. Zij geven de beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten en lokale heffingen weer. De wettelijk verplichte paragrafen zijn: Lokale heffingen, Weerstandsvermogen en risicobeheersing, Onderhoud kapitaalgoederen, Financiering, Bedrijfsvoering, Verbonden partijen en Grondbeleid. Daarnaast kan besloten worden om additionele paragrafen op te nemen, hier is vooralsnog geen gebruik van gemaakt;
- een overzicht van baten en lasten , dat alle baten en lasten van de in het programmaplan opgenomen activiteiten bevat, ter ondersteuning van de autorisatiefunctie van PS;
- een uiteenzetting van de financiële positie en de toelichting daarop , waarin speciale aandacht wordt geschonken aan investeringen, financiering, reserves en voorzieningen;
- de bijlage met het overzicht van de geraamde lasten en baten per taakveld en de specificatie van incidentele lasten en baten .
De drie laatste onderdelen vormen samen de Financiële begroting. Deze ondersteunt niet alleen de autorisatiefunctie van PS, maar vormt ook de basis voor de verantwoording na afloop van het boekjaar (inclusief de controle van het getrouwe beeld van de jaarrekening door de externe accountant).
Niet-wettelijke vormeisen
Ieder hoofdstuk uit het programmaplan begint met een inleiding met daarin de doelenboom en de indicatoren horende bij het programma. Dit wordt gevolgd door de programmaonderdelen waarbinnen aandacht is voor de doelstellingen en activiteiten, zoals deze voortvloeien uit het Coalitieakkoord 2023-2027.
Uitwerking in 2024
- In de eerste helft van 2023 is het Coalitieakkoord 2023-2027 opgesteld. De structuur en inhoud van deze begroting is aangepast om zo goed als mogelijk hierbij aan te sluiten . De indeling van de programma's en programmaonderdelen is daardoor (beperkt) gewijzigd. Ook zijn de doelen en activiteiten hierop bijgesteld.
- Voor de continuïteit is besloten om de opzet en de indeling van de programmabegroting 2024 gelijk te houden aan die van 2023. De uitwerking van de doelen van de verschillende onderwerpen wordt zoveel als mogelijk opgavegericht en integraal opgepakt.
- In het coalitieakkoord zijn speerpunten opgenomen. De nadere uitwerking van die speerpunten is nog niet overal verwerkt in de programmabegroting 2024. De nadere uitwerking/kaders vindt deze coalitieperiode plaats.
- In lijn met het nieuwe coalitieakkoord zijn de programmanamen van alle programma’s aangepast en is het onderdeel ‘water’ onder een ander programma geplaatst. Een voorbeeld van de wijzigingen betreft de aanpassing van de naam van programma 7 van ‘Vernieuwend bestuur’ naar ‘Eigentijds bestuur’. Om de vergelijkbaarheid met de voorgaande coalitieperiode te waarborgen is de volgorde van de programma indeling niet gewijzigd.
- Om beter aan te sluiten op de vereisten van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies
en Gemeenten (BBV) zijn de onderdelen bedrijfsvoering, de algemene
dekkingsmiddelen en de mutaties in reserves niet meer opgenomen onder programma 7, maar
separaat in de begroting gepresenteerd.
- Er is getracht de accenten van het coalitieakkoord te vertalen naar herkenbare indicatoren, daarbij aangetekend dat (nog) niet alle doelen te vertalen zijn naar indicatoren. Voor de nu voorliggende Programmabegroting 2024 betekent dit dat de indicatoren in beperkte mate zijn gewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar.
- Onderwerpen uit het coalitieakkoord met een structureel begrotingseffect zijn in deze begroting verwerkt indien de beoogde besteding van deze middelen voldoende concreet is. Voor een beperkt aantal onderwerpen dient eerst nog een nadere uitwerking en/of besluitvorming plaats te vinden, deze onderwerpen zijn daarom vooralsnog geoormerkt binnen de stelpost 'Nieuw Beleid'. Onderwerpen met een incidenteel effect, waarvoor al dekking beschikbaar is vanuit bestaande bestemmingsreserves zijn vooralsnog geoormerkt binnen de desbetreffende reserves.
- In 2023 is door Provinciale Staten geen perspectiefnota vastgesteld. Begrotingsmutaties die voortvloeien uit autonome ontwikkelingen zijn in deze begroting verwerkt en van een toelichting voorzien.
- In de begroting is meermalen opgenomen dat “dekking is gevonden in het begrotingssaldo”. Met deze vermelding wordt bedoeld de stelpost 'Nieuw Beleid' (en de diverse oormerken daarbinnen).
- De stelpost 'Nieuw beleid' bevat de vrij besteedbare middelen (het begrotingssaldo 2024 en volgende jaren). De stelpost (en de diverse oormerken daarbinnen) is ingezet om enkele autonome begrotingseffecten te dekken. Daarnaast heeft een aantal zaken - op basis van bestaand beleid - effect gehad op het begrotingssaldo (zie tabel 1.11a onderdeel 'IV Financiële begroting').
- De budgetten 2024 en verder zijn (waar van toepassing) gecompenseerd voor prijsontwikkelingen, ten laste van de daarvoor beschikbare stelpost 'Loon- en prijsontwikkeling'.
- In september 2022 heeft de commissie BBV een bericht gepubliceerd ten aanzien van de Wet open overheid (Woo). Daarin is opgenomen (artikel 3.5 Openbaarheidsparagraaf) dat bestuursorganen in de jaarlijkse begroting aandacht besteden aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van deze wet. Daarnaast dient de openbaarheidsparagraaf Woo in de begroting als afzonderlijke paragraaf te worden opgenomen. In deze begroting is invulling hieraan gegeven via de paragraaf ‘Openbaarheidsparagraaf Woo’ in het onderdeel ‘III Paragrafen’.
Autorisatie programmabegroting
PS hebben een kaderstellende en controlerende taak. In de Provinciewet is opgenomen dat PS de begroting (inclusief programmaplan, paragrafen en financiële begroting) vaststellen. Het financiële autorisatieniveau van de programmabegroting ligt per programmaonderdeel op het totaal van lasten en baten. Dit houdt in dat GS per programmaonderdeel niet meer mogen besteden dan het voor dat onderdeel geraamde totaal van de lasten. Dit bedrag is per programmaonderdeel weergegeven in de programmabegroting. Dit bedrag kan – meestal op grond van een voorstel van GS - via begrotingswijziging door PS worden gewijzigd. Uiteraard dient de besteding te passen binnen de door PS vastgestelde doelen en activiteiten. In de jaarrekening verantwoorden wij in hoeverre wij binnen het geautoriseerde bedrag blijven.
Mandaatverlening
Door eerdere besluitvorming van PS zijn er uitzonderingen ontstaan op de algemene lijn zoals hiervoor beschreven. Deze uitzonderingen hebben betrekking op gedelegeerde reserves en gemandateerde begrotingswijzigingen.
1. Gedelegeerde reserves
De provincie beschikt over een aantal reserves. Het beleid ten aanzien van de vorming en besteding van reserves en voorzieningen is vastgelegd in de 'Nota Reserves & Voorzieningen 2020-2023' (PS van 13 november 2019). Het besteden van de middelen binnen deze reserves is voorbehouden aan PS. Dit houdt in dat eerst een voorstel aan PS dient te worden voorgelegd, alvorens verplichtingen ten laste van reserves mogen worden aangegaan. Daarnaast is besloten de beslissingsbevoegdheid tot besteding en het aangaan van verplichtingen voor de uitvoeringsreserves en de egalisatiereserves bij GS neer te leggen om de doelmatigheid en slagvaardigheid van de provincie te vergroten. De besteding van deze reserves vindt plaats in overeenstemming met de doelstellingen die PS daarvoor hebben vastgelegd. De hiermee verband houdende gemandateerde begrotingswijzigingen worden via de reguliere procedure ter kennisneming aan PS aangeboden.
2. Specifieke mandaten / delegaten
Naast het algemeen mandaat, zoals hierboven beschreven is er een aantal specifieke mandaten / delegaten
door PS aan het college verleend, te weten enkele oormerken binnen de ‘Brede Bestemmingsreserve’ en de
stelpost ‘Nieuw Beleid’, die gemandateerd zijn aan het college. Bij de vaststelling van de Programmabegroting
2018 - op 8 november 2017 -hebben PS mandaat verleend aan GS om specifieke begrotingswijzigingen vast te
stellen die nodig zijn om projecten in uitvoering te nemen uit de Perspectiefnota 2018-2022. Daartoe zijn in de
‘Brede Bestemmingsreserve’ en de stelpost ‘Nieuw Beleid’ bedragen geoormerkt. Aanvullend zijn bij de
Najaarsnota 2020 ook dergelijke besluiten genomen.
3. Gemandateerde begrotingswijzigingen
PS hebben – via de 'Financiële verordening provincie Flevoland 2021' – het college gemandateerd om de onderstaande begrotingswijzigingen door te voeren. Dit heeft tot doel om het aantal begrotingsmutaties dat in de loop van een begrotingsjaar via een begrotingswijziging ter vaststelling aan PS wordt voorgelegd, te verlagen. In veel gevallen gaat het om technische (detail)wijzigingen of wijzigingen waarbij de provincie geen beïnvloedingsmogelijkheden heeft. Het gaat daarbij om de volgende typen wijzigingen:
- Doorgeven bijdragen van derden met specifiek doel.
- Reeds genomen Statenbesluiten.
- Gedelegeerde onttrekkingen aan reserves (zie hierboven).
- Begrotingsvoordelen uit lagere uitgaven en/of hogere inkomsten.
Om PS volledig op de hoogte te stellen van de gemandateerde begrotingswijzigingen, stellen wij haar van gemandateerde wijzigingen in kennis (via de besluitenlijst). Door middel van een kwartaalrapportage (vanuit GS) heeft PS per kwartaal inzicht in deze begrotingswijzigingen.
Peildatum
De Programmabegroting 2024 kent als peildatum 19 juli 2023 (vaststelling Zomernota 2023). Dit houdt in dat in de ramingen rekening is gehouden met de structurele financiële doorwerking van alle besluiten van PS die tot en met die datum vastgesteld zijn, inclusief de Zomernota 2023. Tevens is in de ramingen rekening gehouden met de volgende zaken:
- Effecten van de Meicirculaire 2023.
- Effecten van het Voertuigenoverzicht Motorrijtuigenbelasting (MRB) per 1 juli 2023.
- Actualisatie van de benodigde stelpost voor loon- en prijsontwikkeling.
- Resultaatbestemming Jaarstukken 2022.
- Overige autonome ontwikkelingen voor zover bekend;
- De effecten uit het Coalitieakkoord 2023-2027 (zie eerdere toelichting).
Verklaring verschillen per programmaonderdeel
Bij de toelichting op de middelen geven wij conform de vereisten in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) – indien van toepassing - een verklaring bij het verschil tussen de nieuwe begrotingsraming en het financieel kader. Volgens de bestendige gedragslijn zijn alle verschillen groter dan
€ 100.000 van een verklaring voorzien. Hiermee krijgen PS inzicht in de aard en achtergrond van wijzigingen die in deze begroting zijn doorgevoerd. Door afronding in duizendtallen kunnen kleine afrondingsverschillen ontstaan in en tussen de verschillende tabellen.