Programmaplan

Fijn wonen en ruimtelijke ontwikkeling

Aan ruimte was in Flevoland nooit een gebrek. En op het eerste gezicht lijkt er in Flevoland nog volop ruimte te zijn. Maar juist die open structuren in ons landschap, de ruimte in het landelijk gebied en de bebouwing die zich concentreert in de kernen, zijn elementen in Flevoland die we koesteren. Die we voor toekomstige generaties willen behouden.

Wonen, werken, leren, maar ook recreatie, landbouw en natuur. We willen het allemaal, maar feit is dat niet alles overal kan. Meervoudig grondgebruik is een belangrijk uitgangspunt.

Omgevingsvisie
In de nieuwe Omgevingsvisie leggen we in 2024 de ruimtelijke puzzel voor Flevoland. Dat valt nog niet mee, want veel keuzes hangen met elkaar samen en elke keuze heeft ruimtelijke gevolgen. We staan als provincie open voor nieuwe mogelijkheden en experimenten. Innoveren en experimenteren betekent bij planvorming: samen met gemeenten en het waterschap nieuwe vormen onderzoeken. Wij ondersteunen lokale (gemeentelijke) initiatieven voor functieherbestemming als deze bijdragen aan de leefbaarheid van het landelijke gebied.
Ook wordt bezien of het wenselijk is en zo ja, hoe we bepaalde functies kunnen toewijzen aan concrete gebieden. Hierin nemen we de opbrengsten/opgaven vanuit ‘Flevoland 2050: welkom in de toekomst’ en de ‘Strategische Agenda Rijk-Regio’ mee.

Fijn Wonen en Ruimtelijke Ontwikkeling
Het Rijk, decentrale overheden, corporaties en marktpartijen gaan elkaar meer dan ooit nodig hebben om de woningbouwopgave vorm te geven en de regie op de volkshuisvesting te versterken. Door onze bijdrage aan de Nationale woningbouwopgave zal het aantal inwoners in nog geen dertig jaar toenemen van zo’n 450.000 nu tot pakweg 700.000. Dat betekent dat er meer moet gebeuren dan alleen de bouw van 100.000 of zelfs meer woningen. De bijdrage van Flevoland aan het terugdringen van de landelijke woningnood en het verzilveren van de sleutelpositie van Flevoland hierbij is dan ook primair een gezamenlijke inspanning.

De versnelling van het bouwtempo kan niet los worden gezien van het bouwen aan vitale samenlevingen. Met aandacht voor alle daarbij behorende uitdagingen, zoals voldoende werkgelegenheid, bereikbaarheid, klimaat en energie, natuur en stikstof, voorzieningen, alle aspecten van brede welvaart. Daarnaast kunnen we niet meer blijven bouwen zoals we al decennia gewend zijn. Nieuwe biobased en herbruikbare materialen worden gaandeweg de norm en voorwaarden moeten worden gecreëerd om succesvolle formules en pilots uit te breiden naar grotere planontwikkelingen. Daarbij verkennen we in een groot consortium van partijen welke vezels in Flevoland kunnen worden geteeld en verwerkt tot bouwmaterialen. Dit vereist een ketenaanpak.

Het doorbouwen in de huidige marktomstandigheden is een grote uitdaging, waarbij de rol van provincie steeds belangrijker wordt. Vanaf 2020 zijn we met het Rijk, gemeenten, het waterschap en de woningcorporaties aan de slag om te onderzoeken onder welke omstandigheden in Flevoland 100.000 woningen kunnen worden gebouwd. De breed gedragen motie van Provinciale Staten (26 februari 2020, motie nr. 2) als kompas zodat een volwaardige, leefbare en duurzame gebiedsontwikkeling ontstaat.
Bestuurlijk zijn er afspraken vastgelegd in de woningbouwafspraken tussen Rijk en provincie Flevoland (2022) en in de woondeals (2023). Het bouwtempo in Nederland moet omhoog, met aandacht voor de diverse aandachtsgroepen. Indien het Rijk een aantal voorwaarden invult, kunnen we in Flevoland bijna 40.000 woningen bouwen tot en met 2030. Daarbij zal het zoeken naar innovatieve oplossingen en het forceren van doorbraken voorop staan. Met name stikstof en beschikbaarheid van energie zijn kritische succesfactoren voor het behalen van de woningbouwdoelstelling.

De huidige en toekomstige inwoners moeten er qua brede welvaart op vooruit gaan bij een groei van 20% in het aantal woningen in 2030. De werkgelegenheid en het voorzieningenniveau moeten passen bij het inwoneraantal en moet daarom worden getild naar een landelijk gemiddelde. De prioritaire economische clusters worden gekoppeld aan campusontwikkeling en scholing. Investeren met het Rijk in goed onderwijs, van basis tot en met universitair, zowel kwalitatief als kwantitatief heeft hierbij prioriteit, zodat achterstanden in opleidingsaanbod van instellingen en achterstanden in opleidingsniveau van inwoners verdwijnen. Het gaat hierbij niet alleen om hogere opleidingsniveaus, maar ook om voortijdig schoolverlaten. Bij brede welvaart hoort ook een zorginfrastructuur die op orde is. We vragen hier voortdurend aandacht voor bij de verschillende overheden en andere instanties, zodat voor alle Flevolanders goede en volwaardige zorg beschikbaar is. Er vinden investeringen plaats in een groene leefomgeving zodat het nog prettiger wonen wordt in Flevoland. We ontwikkelen samen met partners een monitor om zichtbaar te maken hoe evenwichtig  Flevoland zich ontwikkelt.

Deze integrale benadering (we bouwen niet alleen woningen, maar we bouwen aan vitale samenlevingen) vormt eigenlijk al een aantal jaren de basis voor de gebiedsprogramma’s 'Almere 2.0' en 'Lelystad Next Level'. En ook in gesprekken met de andere gemeenten wordt de integrale benadering herkend. Deze gesprekken worden vanuit de integrale opgave 'Wonen' aangestuurd, zodat de provincie een voor partners herkenbare werkwijze heeft.

Ruimtelijk ontwikkelen met kwaliteit
De komende periode speelt een aantal grote ruimtelijke opgaven in de provincie. Het gaat dan om opgaven in stedelijk en landelijk gebied, zoals wonen, werken, mobiliteit, landbouw, energie, natuur, water, klimaat, brede welvaart/welzijn. En daarbij geldt het principe ‘water- en bodem sturend’, want water (zoetwater, waterveiligheid, droogte, wateroverlast) en bodem (zoals bodemvruchtbaarheid, bodemdaling) zijn belangrijke factoren waar we in de toekomst steeds meer rekening mee moeten houden.
Al deze opgaven leggen een ruimtelijk beslag op het gebied. Dit zet de ruimtelijke kwaliteit onder druk. Als provincie hebben we de taak om te zorgen voor een goede ruimtelijke ordening.
Enerzijds maken we nieuwe ontwikkelingen mogelijk en vangen we ruimte vragende functies op, terwijl we anderzijds toezien op zorgvuldig ruimtegebruik en zorg voor ruimtelijke kwaliteit. Het blijft een zoektocht naar de juiste balans.

Provinciale Omgevingsvisie, Nationale Omgevingsvisie Extra en Strategische Agenda Rijk-Regio
Op dit moment lopen verschillende, met elkaar samenhangende ruimtelijke trajecten in de provincie. Dit zijn deels trajecten die vanuit de Rijksoverheid komen (Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en het bijbehorende programma 'Nationale Omgevingsvisie Extra' (NOVEX)), deels door de provincie (actualisatie 'Omgevingsvisie FlevolandStraks' (Provinciale Omgevingsvisie: POVI)) en/of samen met de regio geïnitieerd ('Strategische Agenda Rijk-Regio').

Strategische Agenda Rijk-Regio Flevoland (SAF) en NOVEX (Ruimtelijk Voorstel en Ruimtelijk Arrangement)
Binnen Flevoland is met ‘Samen maken we Flevoland’ een constructieve basis ontwikkeld voor samenwerking met de Flevolandse gemeenten en het waterschap. In dit netwerk blijven we investeren. We gaan het ook benutten voor het versterken van participatie door de Flevolandse overheden, inwoners, ondernemers en andere belanghebbenden (zoals de woningbouwcorporaties en de bouwmaatschappijen) te betrekken bij de (ruimtelijke) uitwerking van de Woondeals en de daaraan te stellen voorwaarden.

In het kader van deze 'Strategische Agenda Rijk-Regio' en de bijbehorende uitvoeringsagenda zijn en blijven we als gezamenlijke Flevolandse overheden voortdurend in gesprek met elkaar en met het Rijk. Gezamenlijk werken we aan vitale steden en dorpen, goed wonen in een gezonde leefomgeving en voorzieningen voor een dynamische samenleving.

Het ruimtelijk arrangement maakt inhoudelijk onderdeel uit van de door het Rijk op te stellen 'Nota Ruimte' (2024).

NOVEX-gebieden
Het rijksprogramma 'Nationale Omgevingsvisie Extra' (NOVEX) heeft twee hoofdpijlers: regie per provincie (zie hierboven bij 'Strategische Agenda Rijk-Regio Flevoland') en de gebiedsgerichte regie in NOVEX-gebieden. De NOVEX-gebieden zijn gebieden met meervoudige nationale opgaven in het fysieke domein. In Flevoland liggen de volgende NOVEX-gebieden (deels): Lelylijn, Schiphol, MRA en regio Zwolle. Centraal staat de gezamenlijke (Rijk-regio) aanpak van deze gebieden, zodat besluitvorming omtrent samenhangende ruimtelijke keuzes en de uitvoering van maatregelen versneld kan worden, ten behoeve van ruimtelijke kwaliteit. Het Rijk treedt op als actieve partner in de gebieden door capaciteit en middelen in te zetten om tot die strategieën te komen. Ook doet het Rijk actief mee bij de uitwerking naar een gezamenlijk gedragen programmering (RIA) en bestuurlijke afspraken.

Ruimtelijke visievorming
De provincie werkt aan integrale ruimtelijke visievorming. Er wordt in beeld gebracht welke ruimtelijke keuzes er zijn of welke ruimtelijke consequenties bepaalde keuzes hebben. Er worden kansen gesignaleerd en inspiratie geboden voor nu nog onbekende initiatieven. Het programma 'Landschap van de Toekomst' geeft mede richting aan het proces van ruimtelijke visievorming. Zo faciliteert het proces van de ruimtelijke visievorming het ruimtelijke gesprek in het kader van de Omgevingsvisie. Daarmee levert ruimtelijke visievorming input voor de in 2024 op te stellen Omgevingsvisie FlevolandStraks, voor de 'Strategische Agenda Rijk-Regio' en voor de provinciale inbreng voor het NOVEX-traject.

Nationale opgaven
Flevoland sluit haar ogen niet voor de betekenis die zij kan hebben voor het oplossen van nationale opgaven. Wij zien het publieke belang hiervan en we realiseren dat dit ons kansen biedt op het gebied van onder meer werkgelegenheid, mkb en de sociale cohesie in de kernen. Maar we vragen daarbij nadrukkelijk aandacht van het Rijk voor flankerende voorzieningen. Dit speelt bijvoorbeeld bij de zoektocht van Defensie naar een geschikte locatie voor een centrale kazerne voor haar ondersteunende diensten. Flevoland is hiervoor in beeld.
Bij ruimtelijke keuzes moet goed worden gekeken naar de landschappelijke inpassing en moeten bij de definitieve keuze de publieke belangen worden afgewogen tegen de belangen van de individuele bedrijven en individuele inwoners, de betrokken agrariërs en het inzetten van landbouwgrond.

Stedelijke ontwikkeling
In het programma 'Almere 2.0' brengen de provincie, de gemeente en het Rijk de Almeerse voorzieningen en leefomgeving tot een hoogwaardig niveau. Almere is een bloeiende stad vol potentie. Vanuit het Fonds Verstedelijking Almere, gefinancierd door de gemeente, het Rijk en de provincie, worden projecten voor Almere 2.0 mogelijk gemaakt die een meerwaarde hebben voor zowel de stad als de regio. Het fonds biedt financiële middelen en expertise om schaalsprongprojecten te realiseren op het gebied van onderwijs, arbeidsmarkt, cultuur en ecologie. Door de ontwikkeling van Almere te steunen dragen wij niet alleen bij aan de ontwikkeling van de stad Almere, maar aan Flevoland als aantrekkelijke provincie om te wonen, werken en leven.

Met 'Lelystad Next Level' (LNL) zetten het Rijk, de provincie en gemeente Lelystad zich in voor de verdere groei van Lelystad naar 120.000 inwoners. Maar wel een groei in balans, in kwaliteit en met aandacht voor de bestaande stad en haar inwoners. De komende jaren zetten we binnen dit programma in op zeven opgaven: 'natuur', 'wonen', 'economie', 'bereikbaarheid', 'onderwijs', 'voorzieningen 'en 'stedelijke vernieuwing'. We gaan met LNL een nieuwe fase in waarbij partners nadere afspraken maken over onder meer de samenwerking en ondersteuning en over de dekking voor de uitvoering van de verschillende opgaven.

Woningbouwopgave
Provincie Flevoland is, samen met de zes gemeenten en het waterschap, bereid haar bijdrage te leveren aan de landelijke woningbouwopgave. Voor de periode tot 2030 (40.000 woningen erbij) hebben de Flevolandse overheden daar al concrete afspraken over gemaakt met het Rijk in de Woondeals. Ook in het kader van de 'Strategische Agenda Flevoland' en de bijbehorende uitvoeringsagenda zijn en blijven we voortdurend in gesprek met het Rijk over dit thema. Gezamenlijk werken we aan vitale steden en dorpen. Het zwaartepunt van de woningbouw ligt wat ons betreft in het stedelijk gebied of aansluitend op bestaande bebouwing waarbij we niet de voorkeur geven aan een lage bebouwingsdichtheid.

De ambitie om de komende decennia 100.000 woningen bij te bouwen vereist een minstens evenredige uitbreiding van voorzieningen en werkgelegenheid. Het vraagstuk van evenwichtige ontwikkeling tussen wonen, leren, werken en recreëren speelt daarbij in alle kernen, niet alleen in de steden.

Afstemming Transitie Landelijk Gebied (FPLG)
Ruimtelijke ontwikkeling en wonen hebben ook hun weerslag in het landelijk gebied. Ons perspectief is een toekomstbestendig leefbaar en gezond landelijk gebied waar mensen goed kunnen wonen, werken en voedsel produceren. Met als hoofddoelen het realiseren van een toekomstbestendige landbouw en herstel van de biodiversiteit.

Landbouw en wonen zijn de pijlers waarop Flevoland ooit is gebouwd. Het is ons als innovatieprovincie op het lijf geschreven om die fundamenten uit het verleden verder door te ontwikkelen naar de toekomst. Waar een deel van Flevoland ooit is ontworpen voor de voedselvoorziening van Nederland, dienen nieuwe kansen en mogelijkheden zich aan. We denken bijvoorbeeld dat de bouwsector een belangrijke nieuwe afzetmarkt kan worden voor onze agrariërs. Als provincie willen we kijken hoe we dit zogenaamde bio-based bouwen verder kunnen aanjagen.

In de Programmabegroting 2024 zetten we vanuit de opgave 'Wonen' en vanuit het 'Flevolands Programma Landelijk Gebied' in op het ondersteunen van lokale (gemeentelijke) initiatieven voor functieherbestemming als deze bijdragen aan de leefbaarheid van het landelijk gebied.

Omgevingswet
In 2024 treedt de Omgevingswet in werking. We hebben dit voorbereid door ons beleid en regels in lijn te brengen met dit nieuwe stelsel. We werken opgavegericht, hetgeen inhoudt dat we de opgaven centraal stellen en niet de afzonderlijke beleidsvelden. Daarmee geven we ook inhoud aan de intentie van de Omgevingswet, die de basis vormt voor een samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving. Het uitgangspunt hierbij is het bewaken van de balans tussen het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving, met het oog op een duurzame ontwikkeling.

Voor een goede samenwerking binnen de provincie wordt ambtelijk en bestuurlijk afgestemd met Flevolandse ketenpartijen. Dit gebeurt in het (ambtelijk) 'Platform Omgevingswet Flevoland' en de 'Bestuurderstafel Omgevingswet Flevoland'. Daarbij worden ook de geformuleerde adviezen in het regionale Rekenkameronderzoek ‘Interbestuurlijke samenwerking onder de Omgevingswet’ betrokken. Ook na inwerkingtreding zien we de noodzaak om via deze samenwerkingsverbanden het werk als één overheid binnen Flevoland verder vorm te geven. Waarbij we ook onze provinciale belangen in de regionale samenwerking adequaat zullen positioneren.

Maatschappelijk effect

Maatschappelijk effect

Een duurzame verdere ontwikkeling van ons stedelijk en landelijk gebied met versterking van het gevarieerde aanbod van de woon-, werk- en leefomgeving. Dit gebeurt in samenwerking met partners uit de regio.

Effect van ons beleid

Ruimtelijk-economische ontwikkelingen zijn zorgvuldig ingepast met oog voor de ruimtelijke (en landschappelijke) kwaliteiten van onze provincie.

Programmaonderdelen en doelen

x € 1.000
Lasten € 11.001
Baten € -832
Saldo € 10.169
Deze pagina is gebouwd op 05/15/2024 12:40:08 met de export van 05/15/2024 12:23:12